dinsdag 2 juli 2013

Boos op Stapel

Er is iets in de fraudeur dat mensen boos maakt. Enkele weken geleden was NRC-columniste Rosanne Hertzberger op een boekpresentatie waar ook Diederik Stapel kwam opdagen. Hij was meegetroond door zijn nieuwe wapenbroeder Anton Dautzenberg. Het lijkt erop alsof Hertzberger pas later in de gaten had dat Stapel daar was, maar toen waren de rapen gaar en volgde er een vals stukje in NRC Handelsblad. Ze vond dat Stapel zich maar beter gedeisd kon houden, in plaats van overal op te duiken en aandacht voor zichzelf te vragen. Daar had ze op zich wel gelijk in, maar door hem en passant te typeren als de Robert M. van de wetenschap vloog ze lelijk uit de bocht.

Rosanne Hertzberger
Dautzenberg kwam daarop in het geweer. In een ingezonden brief in NRC Handelsblad wees hij op de 'twee verschrikkelijke jaren' die Stapel achter de rug had. Net terwijl hij bezig is uit het dal te klimmen schopt die akelige Hertzberger hem er weer in. Dat Stapels ex-promovendi eveneens vreselijke jaren achter de rug hebben, maar dan door het handelen van hun promotor laat Dautzenberg gemakshalve maar buiten beschouwing.
Anton Dautzenberg

Toen Stapel vorig jaar van de NOS zendtijd kreeg om zijn boek te promoten, sprak hij devoot van een zelfonderzoek dat hem moest leren waarom hij tot zijn frauduleus handelen gekomen was. Nu blijkt dat dit zelfonderzoek in de volle openbaarheid gaat plaatsvinden, via een theatervoorstelling en een boek, samen met Dautzenberg. Het lijkt erop alsof Stapel en Dautzenberg nu elkaar gebruiken om publiciteit te genereren, Dautzenberg om een enigszins wankel schrijverschap op te peppen en Stapel om zichzelf en zijn nieuwe coaching-bureau in de schijnwerpers te zetten.

Fritz Strack

En nu meldde de Volkskrant dat er sociaalpsychologen boos zijn, omdat Stapel naar hun idee een te lichte werkstraf  heeft gekregen. De geschokte Utrechtse emeritus-hoogleraar sociale psychologie Wolfgang Stroebe had het liefst gezien dat Stapel in de gevangenis was beland, en ook zijn collega Fritz Strack uit Würzburg vindt de 120 uur werkstraf niet in verhouding staan tot de omvang van de fraude. 'Gesundes Volksempfinden' heet dat. 

Ik vind het altijd wat verdacht als mensen zich nadrukkelijk profileren als rechtschapen burgers door een wetsovertreder hel en verdoemenis toe te wensen. Vanwaar die felheid? Maar me er helemaal aan onttrekken, dat lukt mij ook niet. Zo bedacht ik het dat het wel passend zou zijn als Stapel kreeg opgedragen om ieder van zijn slachtoffers een brief te schrijven waarin hij nog eens teruggaat naar de tijd dat hij ze zowel begeleidde als bedroog en zo nauwkeurig mogelijk aangeeft wat hem in die specifieke context had bewogen om dat zo te doen. Niet algemeen, nee, heel precies, in detail, per geval. Het is natuurlijk de vraag of die slachtoffers zitten te wachten op zo'n brief van hun voormalige mentor. Dan kan hij misschien maar beter een paar weken voor straf als portier in een van de Tilburgse universiteitsgebouwen fungeren.

woensdag 26 juni 2013

Deep Impact

Bibliometrie was aanvankelijk een handig hulpmiddel om je weg te vinden in de steeds onoverzichtelijker wordende hoeveelheid wetenschappelijke literatuur. Voortbordurend op het werk van het CWTS in Leiden (hun weblog 'The Citation Culture' is zeer de moeite waard) laat ik in hoofdstuk 7 van De publicatiefabriek zien hoe citatiescores en impactfactoren niet zomaar een onschuldige weerspiegeling zijn van wat er zich afspeelt in de wetenschappelijke wereld, maar instrumenten die de hiërarchieën en dus de machtsverhoudingen in die wereld mede bepalen.


Marcus Munafo
Björn Brembs





Katherine Button


Dit werd onlangs nog weer eens bevestigd in een artikel van drie jonge onderzoekers, een neurobioloog, een experimenteel psycholoog en een neurowetenschapper/psychiater. In Deep Impact: Unintended consequences of journal rank, zojuist gepubliceerd in Frontiers in Human Neuroscience beargumenteren ze op basis van een karrenvracht publicaties dat het huidige systeem perverse consequenties heeft voor de prioriteiten in het onderzoek.

Op p.19 van hun manuscript schrijven ze: 'Het is denkbaar dat onderzoeksinstellingen in de laatste decennia wereldwijd wetenschappers hebben ingehuurd en in het zonnetje gezet die uitblinken in het verkopen van hun werk aan toptijdschriften, maar die niet noodzakelijkerwijs goed zijn in het doen van hun onderzoek. Omgekeerd kan het zijn dat deze instellingen uitstekende wetenschappers uit hun gelederen hebben verstoten wier 'marketing skills' niet voldeden aan de instellingseisen.'

Kortom, wie doorgaat voor een 'Golden Boy' hoeft niet per se een goede wetenschapper te zijn, het kan ook iemand zijn die zeer goed is in zelfpromotie. Binnen zijn vakgebied toonde Diederik Stapel zich daar tamelijk bedreven in, waarbij hij ook heel handig was in het kiezen van zijn bondgenoten (zijn coauteurs). Of zijn recente associatie met Anton Dautzenberg hem tot een 'Golden Boy' in de toneelwereld zal maken? We zullen zien.

Tot slot: hoe ging het nu een paar weken geleden bij Omroep Brabant, waar ik in vijf minuten de essentie van mijn boek uit de doeken mocht doen? Oordeel zelf aan de hand van dit videofragment.

woensdag 19 juni 2013

Receptie

 
Aafke Komter











Over de ontvangst van De publicatiefabriek mag ik niet klagen. Het begon al met de waarderende, maar ook kritische, gesproken recensie van Aafke Komter bij de presentatie van het boek in het Trippenhuis op 30 mei. Ze is het op drie belangrijke punten niet met mij eens, en oordeelt daarbij harder over de (sociale) psychologie dan ik. Ze geeft serieus commentaar en ik zal er bij een volgende gelegenheid op reageren. Wie haar betoog wil lezen kan hier terecht.

Drie kritiekpunten
Op zaterdag 1 juni schreef Frank van Kolfschooten, bekend van diverse publicaties over fraude in de wetenschap, een recensie in NRC Handelsblad. Terecht merkt hij op dat het me in De publicatiefabriek niet gaat om Stapel zelf maar om de wetenschappelijke cultuur waarbinnen Stapel functioneerde. Hij had het liever anders gezien: 'Het wachten is op een boek waarin er vanuit het perspectief van een klinisch psycholoog naar Stapel wordt gekeken'. Mijn kritiek op het business model dat de universiteiten in zijn greep heeft, gaat volgens hem gepaard met weinig realistische aanbevelingen. Daar heeft hij misschien een punt, maar wie betere aanbevelingen heeft mag het zeggen. En dat meen ik serieus. Verder mist hij 'nieuwtjes' in het boek. Die zou ik volgens hem hebben binnengehaald als ik was gaan bellen 'met mensen rondom Stapel'. Kennelijk weet hij dingen die ik gemist heb. Ik zou zeggen: voor de draad ermee! Intussen zorgt Stapel, met zijn nieuwe brother in arms (of moet ik zeggen partner in crime) Dautzenberg voor voldoende nieuwtjes. Daar kom ik nog een keer op terug.

Van vele tientallen lezers (inclusief sociaalpsychologen) kreeg ik intussen (zeer) positieve reacties. Ik kan ze hier niet zomaar met naam en toenaam citeren, maar ze sterken me in de overtuiging dat een grondige, genuanceerde reconstructie van de affaire-Stapel en haar context gewaardeerd wordt.


Natuurlijk zijn er ook kritische kanttekeningen. De Utrechtse emeritushoogleraar sociale psychologie Wolfgang Stroebe schrijft dat mijn boek leest als een thriller, maar is het niet eens met mijn uitspraken over de sociale psychologie: die is breder en robuuster dan ik denk. Verder denkt hij dat onderzoekers zonder de hedendaagse structuur van prikkels - afrekenen op aantallen publicaties - heel weinig zouden publiceren. Voor een sociaalpsycholoog is dit een begrijpelijke opvatting, maar als deze waar zou zijn is het in de wetenschap nog erger dan ik dacht. Voorlopig houd ik het erop dat intrinsieke motivatie de primaire drijfveer is om te onderzoeken en te publiceren.

Tot slot nog twee internetreacties, die voor zichzelf spreken, van Taede Smaedes en van Harry van de Vijfeijke.

PS Wist u dat er ook al Stapelshirts op de markt zijn?



dinsdag 11 juni 2013

Dokteren rond de sociale psychologie

De affaire-Stapel blijft de gemoederen bezig houden. De faculteit sociale wetenschappen in Utrecht controleert steekproefsgewijs hoe medewerkers hun data omzetten in publicaties, en hoopt zo wetenschappelijk integer gedrag te bevorderen. In Tilburg is men al een stap verder: daar is al een heel protocol voorhanden waarmee de opslag van gegevens en alle bewerkingen, alsook de correspondentie met tijdschriften, is geregeld. Better safe than sorry. Ik leerde dit vandaag op het Solid Psychological Science Symposium in Nijmegen, dat werd geleid door twee sociaalpsychologen die (ook naar eigen zeggen) veel op elkaar leken.

Marcel Zeelenberg
Daniel Wigboldus










Niet toevallig, zo leek het 's ochtends, heeft dit symposium hetzelfde acroniem (SPSS) als het populairste digitale statistiekpakket voor de sociale wetenschappen. Het roemruchte trio Joe Simmons, Leif Nelson en Uri Simonsohn (bekend van hun studie naar false-positives) behandelde in drie lezingen achtereenvolgens: nieuwe criteria voor replicatiestudies, het zogenaamde p-curving, en 'life after p-hacking'. Ophouden met p-hacking heeft tal van voordelen: je krijgt er minder publicaties en betere wetenschap van. Het is echter wel moeilijk om er mee te stoppen (daarvoor is in tussen P-Hackers Anonymous opgericht).

Klaus Fiedler (Heidelberg) maande het gehoor niet te veel te vertrouwen op statistiek en op exacte replicaties: bij experimenteel onderzoek in de menswetenschappen zijn er simpelweg te veel factoren in het spel om zeker te weten waardoor een effect veroorzaakt wordt. Dit was koren op de molen van de antropoloog Alan Fiske, die in een humoristisch betoog (zonder power point!) sociaalpsychologen verweet te snel naar de finish - het experiment - te sprinten.

Alan Fiske
Wil je iets weten over menselijk gedrag, bestudeer het dan allereerst in natura. Welke variaties zijn er te zien in menselijk gedrag, in diverse culturen, hoe geven mensen hun onderlinge verhoudingen vorm, hoe gaan ze om met dreiging en dood, en zo meer (zie voor een catalogus hiervan eHRAF). Wie de grilligheden in het menselijk handelen negeert en zich baseert op doorsnee gedrag van westerlingen (lees: eerstejaars psychologiestudenten) in laboratoriumsituaties, mist een hoop van wat sociaalwetenschappelijk onderzoek spannend - en relevant - kan maken.

De uitsmijter werd verzorgd door de Canadees Travis Proulx, nu werkzaam in Tilburg, die op beeldende wijze de overmaat aan theorieën in de sociale psychologie aan de kaak stelde. Volgens hem geen probleem als je je theorieën en modellen maar op de juiste wijze weet te 'branden'. Hij noemde Rick Starfield's Social Psychology: Media, Markets & Magic! als zijn inspiratiebron - en daarmee had hij het gehoor lelijk tuk, want dat boek bestaat helemaal niet (en Starfield zelf ook niet). Of Proulx bestaat? Ook dat blijft in nevelen gehuld... Toch wat riskant om verzinsels voor echt te laten doorgaan in het toch al zo getergde vakgebied, dat nog steeds herstellende is van Coping with chaos.

Voor wie meer wil weten: kijk hier voor de abstracts van dit symposium. Ook Rolf Zwaan was aanwezig bij dit symposium. In zijn blog ging hij vooral in op de lezing van Klaus Fiedler.

woensdag 5 juni 2013

VARA en BNR

Vorige week woensdag was ik te gast bij het radioprogramma De Gids van de VARA. Vooraf zei Felix Meurders: je zit er voor 10 minuten in, maar het zal voelen als 5 minuten. Dat klopte wel. Toen ik het terug luisterde waren het echter weer gewoon 10 minuten...

De gids.fm
Het blokje opende met een stukje uit Stapels apologie. Daarna ging het over mijn eigen nabijheid tot de sociale psychologie, de e-mail die Stapel mij stuurde en zijn interview in NY Times Magazine, Roos Vonk en haar boosheid over kritische interviewers (ook in De Gids), 'grijze praktijken' in het wetenschappelijk onderzoek, de spanning tussen inhoudelijke ambitie en carrièredrang, en de uiteenlopende reacties in de wereld van de sociale psychologie. Affijn, luister zelf maar.

Luister
Vergeleken met de rust van de VARA-studio was het bij BNR, twee dagen later, een gezellige drukte. In het Grand Café zaten de gasten lekker te kleppen, stond BNR huisjock Thomas Robson op scherp en schoven gasten soepeltjes aan bij een hoge tafel met microfoons, barkrukken en nootjes. Zoals het tegenwoordig betaamt was er ook een 'side-kick', ditmaal PvdA-voorzitter Hans Spekman. Met hem had ik buiten (het was schitterend weer) al even zitten praten over scoren in de politiek en in de wetenschap. We zagen duidelijke parallellen. Binnen aan tafel ging het gesprek verder. Gastheer Wilfred Genee (ja die) vroeg zich af hoe Stapel zo lang met die fraude weg kon komen. Goede vraag. En het ging over de relevantie en de wetenschappelijkheid van de sociale psychologie. Ook in 10 minuten.




zaterdag 1 juni 2013

Boekhandel Roelants

Nijmegen kent één echte academische boekhandel: Roelants. Met enige regelmaat vinden daar boekpresentaties plaats, in een prettig informele sfeer. Gisteren was mijn boek aan de beurt. In een overvolle kelder sprak Paul van Tongeren, hoogleraar wijsgerige ethiek over schizogene en zelfs criminogene universitaire instituties, waar de drang tot scoren (kwantiteit) het heeft gewonnen van wetenschappelijke nieuwsgierigheid (kwaliteit) en over cynisme en fraude. Ik sprak hem uiteraard niet tegen, maar heb vooral de zaal uitgenodigd met commentaar en vragen te komen. Dat lukte wonderwel. Soms leek het alsof in de kelder van 'voorheen De Oude Mol' de revolutie opnieuw was uitgebroken...


Wouter Roelants, Ruud Abma, Paul van Tongeren, Marc Beerens (Uitgeverij Vantilt)

Paul van Tongeren


vrijdag 31 mei 2013

Trippenhuis

Een hele eer, een boekpresentatie in de Oude Vergaderzaal van Het Trippenhuis, de zetel van de KNAW in Amsterdam. Dat was op 30 mei. De dag begon al goed. 's Ochtends om 7.15 nam Bas Haring op radio 4 de kranten door en opende met een bespreking van het interview met mij dat die dag in de Volkskrant stond. Dat de universiteiten publicatiefabrieken waren geworden vond hij een schokkende observatie. Wat bleef hangen was het gebrek aan denkruimte op de universiteiten: er moet geproduceerd worden. Haring trok ook een parallel met de bankencrisis: die zou voortkomen uit een monomane cultuur waarin iedereen achter dezelfde targets aanjaagt. Als dat het voorland is van de universiteiten...

Maar het was feest, dus niet te veel somberen! Hieronder wat foto's van de presentatie.


Hier ging het om.
Aafke Komter gaf een gesproken recensie.


KNAW-president Hans Clevers nam De publicatiefabriek in ontvangst.

Napraten in de Rembrandtzaal.







Foto's gemaakt door Martin Abma: