De zaak leek nu via een persoonlijk gesprek en een verbeterde annotatie in het boek opgelost, maar het liep anders. Er gingen geruchten rond over de kwestie en departementshoofd Leen Dorsman ging zich ermee bemoeien, omdat hij ‘zoals de hele UU, wetenschappelijke integriteit hoog in het vaandel heeft’. Dat laatste bleek hij gemeen te hebben met de redactie van het radioprogramma Argos, die eveneens besloot de zaak uit te zoeken. Daarmee werd de ‘interne oplossing’ een publieke kwestie, via een radio-uitzending op 22 mei 2021, getiteld: ‘De student en het boek van de hoogleraar’.
Was Daan den Braven nu het slachtoffer van de handelwijze van Beatrice de Graaf, of was De Graaf het slachtoffer van Argos, dat zich ook na die radio-uitzending met de kwestie bleef bezighouden en er zelfs, op 19 maart 2022, een tweede uitzending aan wijdde?Frame 1: Den Braven als
slachtoffer (van De Graaf)
Daan den Braven volgde in het studiejaar 2016-2017 een research seminar bij De
Graaf waarin zij de deelnemers toegang gaf tot door haar verzamelde primaire
bronnen en eerste analyses. Den Braven schreef op basis hiervan een paper en
een scriptie, die beide met een ruime 8 beoordeeld werden. De Graaf maakte in
haar boek gebruik van zijn werk maar vergat daarvan melding te maken. Ze
herstelde de fout in de tweede druk, maar moest zich vervolgens toch verantwoorden
voor haar ‘hergebruik van historisch werk’ – tegenover haar eigen faculteit en
tegenover Argos. Zij had zich mogelijk schuldig gemaakt aan overname uit
andermans werk zonder adequate bronvermelding.
Frame 2: De Graaf als
slachtoffer (van Argos)
De Graaf bedacht voor haar researchmasterstudenten een ‘collaboratorium’ (samenwerkingsproject)
opdat ze een kijkje in haar onderzoekskeuken konden krijgen. Ze mochten meewerken
aan haar grote project Balance of Power 1815-1820, dat uiteindelijk in
een boek van De Graaf zou moeten uitmonden. De studenten kregen van haar alles
aangereikt (inclusief haar hypotheses en analyses) en schreven hun werkstukken
binnen dat kader. Argos negeerde de unieke opzet van dit onderwijsproject
en greep een ongelukkige fout in de bronvermeldingen van haar boek aan om haar
in een kwaad daglicht te plaatsen.
Twee frames, hoe daartussen te kiezen? De lezer of luisteraar kan zelf
proberen een oordeel te vellen. Op de website van Argos staat nuttig basismateriaal
over deze zaak: o.a. het paper en de scriptie van Daan den Braven, het door
laatstgenoemde vervaardigde vergelijkingsdocument, en de links naar beide
uitzendingen.
Escalatie
Dat buitenstaanders zelf een oordeel proberen te vellen mag natuurlijk, maar is het ook iets wat een universiteit zomaar moet laten gebeuren? Nee, heeft men bij de Universiteit Utrecht gedacht, we moeten dat proces beïnvloeden, of liever nog: het helemaal niet laten plaatsvinden. Toen na de eerste uitzending bleek dat journalist Ellen van den Berg namens Argos verder ging met haar onderzoek, formeerde de universiteit een verdedigingslinie met drie hoofdrolspelers: De Graaf, rector magnificus Kummeling en de door beiden ingehuurde auteursrechtadvocaat Alberdingk Thijm. Deze drie stelden in een gesprek met Argos op 14 september 2021 dat (a) De Graaf geen plagiaat had gepleegd, (b) Argos te kwader trouw opereerde (en dus zélf de integriteit schond).
Hierbij valt op dat de Universiteit Utrecht verzuimde de zaak goed te laten uitzoeken. Het oordeel dat De Graaf geen plagiaat had gepleegd was het resultaat van een eigen onderzoek van de universiteit. Wat behelsde dat onderzoek? De Universiteit Utrecht wilde dat niet vrijgeven. Argos moest dat dus opvragen via de Wet Openbaarheid van Bestuur. Het kwam erop neer dat departementshoofd Dorsman het vergelijkingsdocument van Den Braven had bestudeerd en dat vervolgens had voorgelegd aan decaan Algra. Die schreef aan Dorsman: ‘De voorbeelden die je had zijn op zichzelf wel redelijk overtuigend en inderdaad ‘niet netjes’, maar ook wel klein. Het gaat in feite om het overnemen van enkele ‘gelukkige formuleringen’, niet van grote stukken tekst en ook niet van origineel gedachtengoed (voorzover ik kon zien).’ Het is eerder ‘verwijtbare onzorgvuldigheid’ dan ‘schending wetenschappelijke integriteit’, aldus Algra.
Voor de Universiteit Utrecht moest het oordeel van Algra wel zwaar wegen want hij was voorzitter geweest van de commissie die de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit had opgesteld. Toch had dan juist Algra moeten adviseren de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de Universiteit Utrecht hiernaar onderzoek te laten doen. Het vergelijkingsdocument dat Den Braven opstelde gaf immers op zijn minst reden tot zorg, en gezien de vasthoudendheid van Argos kon de universiteit maar beter goed beslagen ten ijs komen. In plaats daarvan werd de zaak direct en fors gejuridiseerd.
Deze escalatie was volgens emeritus-hoogleraar informatierecht Egbert Dommering (die door Argos om advies was gevraagd) in de eerste plaats teweeggebracht door de Universiteit Utrecht. Hij schrijft in een notitie hierover: ‘Door zonder overleg met BdG [Beatrice de Graaf, RA] de zaak te gaan onderzoeken en met een openbare beoordeling daarvan te komen heeft zij de afspraak die BdG en DdB [Daan den Braven, RA] hadden gemaakt opengebroken. […] In plaats van vrede te stichten in het belang van de universitaire gemeenschap heeft deze interventie naar mijn oordeel dus nodeloos escalerend gewerkt.’
De basis van het probleem was volgens Dommering dat De Graaf bij haar seminar geen duidelijke afspraken had gemaakt met de studenten over bronvermelding. Daardoor kon je in een discussie terechtkomen ‘welke formuleringen of (unieke) feitelijke gegevens herleidbaar zijn tot een door BdG beschikbaar gestelde bron of een eerder stuk van haar, of tot de tekst van de scriptie of paper of tot een door DdB gevonden bron.’
Beatrice de Graaf |
Een bijzonder aspect van deze zaak is dat het hier gaat om een onderwijssituatie, met de daarbij behorende ongelijkheden en machtsverschillen. Er is natuurlijk per definitie een verschil in kennis en verantwoordelijkheid tussen docent en student, maar er bestaan ook verschillen in macht die meer onder de oppervlakte liggen. Departementshoofd Dorsman drukte dat goed uit toen hij Den Braven wees op de mogelijkheid een formele klacht tegen De Graaf in te dienen bij de CWI en daaraan toevoegde: ‘Ik hoop en geloof dat een dergelijke actie geen repercussies heeft voor jouw positie’. Omineuzer kan het haast niet.
Ik neem de vrijheid om in een fictief betoog de posities van De Graaf en Den Braven weer te geven, waarbij ik zo goed mogelijk in de huid van beiden probeer te kruipen.
BdG: Je schrijft een boek van 400 pagina’s tekst en 100 pagina’s noten. Je bent vertrouwd met al het materiaal, inclusief de stukken die je studenten geproduceerd hebben. Hun bijdragen heb je (naast je eigen materiaal) in je aantekeningen voor het boek verwerkt maar in de drukte van het schrijven heb je niet overal goed bij gezet wat waarvandaan komt. Dan slipt een accurate verwijzing naar de bevindingen van Den Braven die zo mooi jouw redenering ondersteunen er gemakkelijk doorheen. Stom, want het was best wel goed werk van die jongen en je had beloofd hem in ieder geval te bedanken in het boek. Bij een coryfee zou je dat niet vergeten zijn, maar bij een student … ja, jeetje (oeps!), zonder jou zou hij dat hele onderzoek niet eens gedaan kunnen hebben! Het is wel leuk om studenten ‘mee te nemen in je archiefonderzoek’ maar ze moeten geen spatjes krijgen.
DdB: Hoe kon ze dat nou vergeten? Ze had hem nog wel een dikke 8 gegeven! Het gevoel bekroop hem dat hij en zijn medestudenten toch vooral pionnen in een groter schaakspel waren geweest, dat van háár project en háár boek. Haar repliek op zijn ‘vergelijkingsdocument’ hield eigenlijk vooral in dat zij aan de basis stond van alles wat hij geschreven had en dat hij nog maar een beginner was die het vak moest leren – van haar! Dat wilde hij ook, maar deze miskenning van zijn werk trof hem diep. Hij dacht dat het echte samenwerking was geweest, maar de liefde kwam dus maar van één kant. Hoe graag had hij niet in haar voetsporen binnen de academie willen werken en eer inleggen met goed onderzoek! Diep gedesillusioneerd besloot hij zijn academische aspiraties terzijde te schuiven. Hij kon altijd nog in de IT gaan werken.
En laat ik ook de universiteitsbestuurder even - opnieuw fictief - ten tonele voeren.
Henk Kummeling |
CvB: Die De Graaf is natuurlijk een prima poster girl voor de Universiteit Utrecht. Ze weet regelmatig Europees geld binnen te halen, schrijft goed verkopende boeken en is om de haverklap als deskundige op de televisie. Maar ze is wel grenzeloos ambitieus en er gaan geruchten dat ze zich het werk van anderen gemakkelijk toe-eigent. Wetenschap is topsport, maar je moet wel uitkijken. Ja, wat doen we met dat verhaal van die student? Toch maar niet zelf naar de Commissie Wetenschappelijke Integriteit gaan, dat geeft te veel imagoschade. Het is irritant dat Argos de zaak publiek heeft gemaakt, maar daar gooien we gewoon een stevige advocaat tegenaan. Wel vervelend dat die Dommering ons de schuld geeft, vooral omdat hij eigenlijk wel gelijk heeft. Gewoon maar even stil blijven zitten, dan waait het wel over.
Naar wie gaat uw sympathie het meeste uit?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten