Weet u nog, Joseph Luns? Die stond als student van 1933 tot
1936 ingeschreven als lid van de NSB. Zelf wist hij dat niet, zijn broer had
hem buiten zijn medeweten ingeschreven, zo verklaarde hij. Desgevraagd
bevestigde zijn broer dat – maar het bleek niet waar. Luns had hem onder druk
gezet, uit vrees te moeten aftreden als secretaris-generaal van de NAVO.
Uit het rapport
over het wetenschappelijk wangedrag van de cultureel antropoloog Mart Bax komt een soortgelijke manoeuvre naar
voren: 57 van zijn ruim 150 publicaties zijn ‘niet gerealiseerd’, maar wel in
zijn officiële publicatielijst opgenomen. Hoe kwam dat? Bax gaf jaarlijks de
titels op van artikelen, papers en andere probeersels waar hij mee bezig was.
Soms leidde dat niet tot publicatie omdat hij ziek werd of omdat er een oorlog
uitbrak (antropologen werken soms in roerige regio’s). Anderen op de afdeling
waren dan zo voorbarig of onzorgvuldig om die geplande publicaties als
‘gerealiseerd’ in de officiële lijsten te zetten. Zelf had hij niets in de
gaten: zijn fysieke handicap verhinderde hem van een beeldscherm te lezen, hij
had nooit geleerd met geautomatiseerde systemen te werken en hij had een
weerzin tegen bureaucratische procedures. Het belette hem overigens niet om
zijn handtekening onder de opgaven te zetten.
Bax, geboren in 1937, kwam in 1965 in dienst van de VU,
promoveerde in 1973 aan de Universiteit van Amsterdam, en werd aan de VU in 1986
UHD en in 1988 bijzonder hoogleraar ‘politieke antropologie in het bijzonder
religieuze machtsvorming en processen van staatsformatie’. Deze carrière
berustte voor een belangrijk deel op zijn buitengewoon hoge wetenschappelijke
productie en zijn actieve betrokkenheid in een internationaal wetenschappelijk
netwerk. Een derde van die publicaties bestond dus simpelweg niet. Van de wel
gematerialiseerde publicaties (ruim 90) bleek een belangrijk deel te bestaan
uit ‘recycling’ van eerdere publicaties, een lucratieve vorm van zelfplagiaat.
Zelf zag Bax daar weinig problemen in: het was een gebruikelijke strategie en
‘een manier om meer mensen zijn teksten te laten lezen’ (p.35).
Bax' meest prestigieuze publicatie (1995), vol onjuistheden en slordigheden. |
Uit het rapport over Bax stijgt, behalve een walm van
misleiding en slordigheid, het beeld op van een hoogleraar die zichzelf een god
waant: hij reageerde niet op kritieken op zijn werk en hij maakte van zijn
afdeling een sekte ‘waarbinnen het voor insiders goed toeven was maar waar
invloeden van buiten systematisch werden geweerd. […] Promovendi moesten hun
plek vinden in een sterk afgesloten omgeving, waarin woord van Bax wet was’ (p.
43-44). Het is een bekend patroon, net zoals de neiging om met spectaculaire
publicaties de media te halen (religieuze vernederingsrituelen in Neerdonk, het
bloedbad dat zou hebben plaatsgevonden in Medjugorje). Uiteraard is het
archief van Bax opgeruimd, en zijn de lokale informanten overleden, zodat de
commissie eigenlijk niets aan oorspronkelijke bronnen kon controleren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten