Of zijn de burgers zo dom? Geen van beide. Wetenschapsbeoefenaars zijn vaak helemaal niet zo slim. Sociaal wetenschappers hebben bijvoorbeeld veel kennis vergaard over het ontstaan en voortbestaan van bureaucratisering. Ze schrijven daar uiterst geleerde artikelen over in gespecialiseerde Engelstalige tijdschriften, maar zijn niet in staat om in eigen huis (de universiteit) de bureaucratisering van onderwijs en onderzoek een halt toe te roepen. Het beste boekje dat ik daarover ken is Ontregelen van de cultuurpsycholoog en politicus Jos van der Lans. Geen abstracte kennis, maar praktische wijsheid met een verstandige gebruikmaking van wetenschappelijke inzichten. Overigens durf ik niet te zeggen of dit boekje wél geholpen heeft.
Hoe zit het nu met 'de burgers'? Die zijn er in maten en soorten, en een behoorlijk deel van hen is goed opgeleid en mondig. In de reacties op de Wetenschapsvisie 2025 wordt vaak impliciet of expliciet gesteld dat vooral deze geschoolde burgers aan tafel zouden moeten schuiven bij de verdeling van onderzoeksgelden. Of we ons ook iets aan de minder geschoolde burgers gelegen moeten laten liggen? Dat blijft onduidelijk. De suggestie wordt soms gewekt dat de beter geschoolden wel voor hen als zaakwaarnemers kunnen optreden, een beetje zoals vroeger marxistische studenten de belangen van de arbeidersklasse probeerden te behartigen. Wat het ook is, de pretentie van 'democratische' sturing van de wetenschap kun je via zo'n zaakwaarnemerschap niet goed volhouden.
Ik vind dat je die pretentie ook helemaal niet moet hebben. Sturing van wetenschap is in de eerste plaats iets van wetenschapsbeoefenaars zelf. Dat wil niet zeggen dat ze 'zomaar hun gang moeten kunnen gaan' zoals Tineke Abma het noemde. De huidige situatie, waarin de blik van onderzoekers sterk naar binnen gekeerd is, is niet goed, en je moet er serieus over nadenken hoe je die situatie kunt veranderen. We weten inmiddels dat 'prikkels' daar een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren (zo is die naar binnen gekeerde blik ook ontstaan). Onderzoekers mede belonen voor maatschappelijke relevantie en voor het schrijven van verstandige artikelen en boeken in het Nederlands is dus niet zo'n slecht idee. Laat de burgers maar mee beoordelen wat relevant en verstandig is, maar hou daarbij een langetermijnperspectief aan: hijgerig en modieus gedoe hoort niet bij wetenschap.
Het bovenstaande is mede ingegeven door de kritische noot van Maarten Derksen (dank!) bij mijn vorige blog. Net als hij houd ik niet van 'goedkoop boundary work'. Maar die grensafbakening tussen wetenschap en lekenkennis is natuurlijk in het algemeen onvermijdelijk, anders kunnen we de wetenschap net zo goed opdoeken. Dat zal Maarten ook niet bedoelen. We hebben ook niet voor niets kostbare academische opleidingen waar studenten leren hoe ze boven common sense kennis kunnen uitstijgen. Zorgelijk is wel dat ze met name in de sociale wetenschappen ook meteen hun eigen gezond verstand bij de voordeur moeten inleveren. Mijn streven is om studenten, docenten en onderzoekers naar buiten te leren kijken en burgers inzicht te geven in wat wetenschap vermag. Een scholing op twee fronten dus. Dat lijkt mij beter dan een groot nieuw vergadercircuit op te tuigen. Maar ik geef mijn mening voor een betere!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten