woensdag 26 juni 2013

Deep Impact

Bibliometrie was aanvankelijk een handig hulpmiddel om je weg te vinden in de steeds onoverzichtelijker wordende hoeveelheid wetenschappelijke literatuur. Voortbordurend op het werk van het CWTS in Leiden (hun weblog 'The Citation Culture' is zeer de moeite waard) laat ik in hoofdstuk 7 van De publicatiefabriek zien hoe citatiescores en impactfactoren niet zomaar een onschuldige weerspiegeling zijn van wat er zich afspeelt in de wetenschappelijke wereld, maar instrumenten die de hiërarchieën en dus de machtsverhoudingen in die wereld mede bepalen.


Marcus Munafo
Björn Brembs





Katherine Button


Dit werd onlangs nog weer eens bevestigd in een artikel van drie jonge onderzoekers, een neurobioloog, een experimenteel psycholoog en een neurowetenschapper/psychiater. In Deep Impact: Unintended consequences of journal rank, zojuist gepubliceerd in Frontiers in Human Neuroscience beargumenteren ze op basis van een karrenvracht publicaties dat het huidige systeem perverse consequenties heeft voor de prioriteiten in het onderzoek.

Op p.19 van hun manuscript schrijven ze: 'Het is denkbaar dat onderzoeksinstellingen in de laatste decennia wereldwijd wetenschappers hebben ingehuurd en in het zonnetje gezet die uitblinken in het verkopen van hun werk aan toptijdschriften, maar die niet noodzakelijkerwijs goed zijn in het doen van hun onderzoek. Omgekeerd kan het zijn dat deze instellingen uitstekende wetenschappers uit hun gelederen hebben verstoten wier 'marketing skills' niet voldeden aan de instellingseisen.'

Kortom, wie doorgaat voor een 'Golden Boy' hoeft niet per se een goede wetenschapper te zijn, het kan ook iemand zijn die zeer goed is in zelfpromotie. Binnen zijn vakgebied toonde Diederik Stapel zich daar tamelijk bedreven in, waarbij hij ook heel handig was in het kiezen van zijn bondgenoten (zijn coauteurs). Of zijn recente associatie met Anton Dautzenberg hem tot een 'Golden Boy' in de toneelwereld zal maken? We zullen zien.

Tot slot: hoe ging het nu een paar weken geleden bij Omroep Brabant, waar ik in vijf minuten de essentie van mijn boek uit de doeken mocht doen? Oordeel zelf aan de hand van dit videofragment.

woensdag 19 juni 2013

Receptie

 
Aafke Komter











Over de ontvangst van De publicatiefabriek mag ik niet klagen. Het begon al met de waarderende, maar ook kritische, gesproken recensie van Aafke Komter bij de presentatie van het boek in het Trippenhuis op 30 mei. Ze is het op drie belangrijke punten niet met mij eens, en oordeelt daarbij harder over de (sociale) psychologie dan ik. Ze geeft serieus commentaar en ik zal er bij een volgende gelegenheid op reageren. Wie haar betoog wil lezen kan hier terecht.

Drie kritiekpunten
Op zaterdag 1 juni schreef Frank van Kolfschooten, bekend van diverse publicaties over fraude in de wetenschap, een recensie in NRC Handelsblad. Terecht merkt hij op dat het me in De publicatiefabriek niet gaat om Stapel zelf maar om de wetenschappelijke cultuur waarbinnen Stapel functioneerde. Hij had het liever anders gezien: 'Het wachten is op een boek waarin er vanuit het perspectief van een klinisch psycholoog naar Stapel wordt gekeken'. Mijn kritiek op het business model dat de universiteiten in zijn greep heeft, gaat volgens hem gepaard met weinig realistische aanbevelingen. Daar heeft hij misschien een punt, maar wie betere aanbevelingen heeft mag het zeggen. En dat meen ik serieus. Verder mist hij 'nieuwtjes' in het boek. Die zou ik volgens hem hebben binnengehaald als ik was gaan bellen 'met mensen rondom Stapel'. Kennelijk weet hij dingen die ik gemist heb. Ik zou zeggen: voor de draad ermee! Intussen zorgt Stapel, met zijn nieuwe brother in arms (of moet ik zeggen partner in crime) Dautzenberg voor voldoende nieuwtjes. Daar kom ik nog een keer op terug.

Van vele tientallen lezers (inclusief sociaalpsychologen) kreeg ik intussen (zeer) positieve reacties. Ik kan ze hier niet zomaar met naam en toenaam citeren, maar ze sterken me in de overtuiging dat een grondige, genuanceerde reconstructie van de affaire-Stapel en haar context gewaardeerd wordt.


Natuurlijk zijn er ook kritische kanttekeningen. De Utrechtse emeritushoogleraar sociale psychologie Wolfgang Stroebe schrijft dat mijn boek leest als een thriller, maar is het niet eens met mijn uitspraken over de sociale psychologie: die is breder en robuuster dan ik denk. Verder denkt hij dat onderzoekers zonder de hedendaagse structuur van prikkels - afrekenen op aantallen publicaties - heel weinig zouden publiceren. Voor een sociaalpsycholoog is dit een begrijpelijke opvatting, maar als deze waar zou zijn is het in de wetenschap nog erger dan ik dacht. Voorlopig houd ik het erop dat intrinsieke motivatie de primaire drijfveer is om te onderzoeken en te publiceren.

Tot slot nog twee internetreacties, die voor zichzelf spreken, van Taede Smaedes en van Harry van de Vijfeijke.

PS Wist u dat er ook al Stapelshirts op de markt zijn?



dinsdag 11 juni 2013

Dokteren rond de sociale psychologie

De affaire-Stapel blijft de gemoederen bezig houden. De faculteit sociale wetenschappen in Utrecht controleert steekproefsgewijs hoe medewerkers hun data omzetten in publicaties, en hoopt zo wetenschappelijk integer gedrag te bevorderen. In Tilburg is men al een stap verder: daar is al een heel protocol voorhanden waarmee de opslag van gegevens en alle bewerkingen, alsook de correspondentie met tijdschriften, is geregeld. Better safe than sorry. Ik leerde dit vandaag op het Solid Psychological Science Symposium in Nijmegen, dat werd geleid door twee sociaalpsychologen die (ook naar eigen zeggen) veel op elkaar leken.

Marcel Zeelenberg
Daniel Wigboldus










Niet toevallig, zo leek het 's ochtends, heeft dit symposium hetzelfde acroniem (SPSS) als het populairste digitale statistiekpakket voor de sociale wetenschappen. Het roemruchte trio Joe Simmons, Leif Nelson en Uri Simonsohn (bekend van hun studie naar false-positives) behandelde in drie lezingen achtereenvolgens: nieuwe criteria voor replicatiestudies, het zogenaamde p-curving, en 'life after p-hacking'. Ophouden met p-hacking heeft tal van voordelen: je krijgt er minder publicaties en betere wetenschap van. Het is echter wel moeilijk om er mee te stoppen (daarvoor is in tussen P-Hackers Anonymous opgericht).

Klaus Fiedler (Heidelberg) maande het gehoor niet te veel te vertrouwen op statistiek en op exacte replicaties: bij experimenteel onderzoek in de menswetenschappen zijn er simpelweg te veel factoren in het spel om zeker te weten waardoor een effect veroorzaakt wordt. Dit was koren op de molen van de antropoloog Alan Fiske, die in een humoristisch betoog (zonder power point!) sociaalpsychologen verweet te snel naar de finish - het experiment - te sprinten.

Alan Fiske
Wil je iets weten over menselijk gedrag, bestudeer het dan allereerst in natura. Welke variaties zijn er te zien in menselijk gedrag, in diverse culturen, hoe geven mensen hun onderlinge verhoudingen vorm, hoe gaan ze om met dreiging en dood, en zo meer (zie voor een catalogus hiervan eHRAF). Wie de grilligheden in het menselijk handelen negeert en zich baseert op doorsnee gedrag van westerlingen (lees: eerstejaars psychologiestudenten) in laboratoriumsituaties, mist een hoop van wat sociaalwetenschappelijk onderzoek spannend - en relevant - kan maken.

De uitsmijter werd verzorgd door de Canadees Travis Proulx, nu werkzaam in Tilburg, die op beeldende wijze de overmaat aan theorieën in de sociale psychologie aan de kaak stelde. Volgens hem geen probleem als je je theorieën en modellen maar op de juiste wijze weet te 'branden'. Hij noemde Rick Starfield's Social Psychology: Media, Markets & Magic! als zijn inspiratiebron - en daarmee had hij het gehoor lelijk tuk, want dat boek bestaat helemaal niet (en Starfield zelf ook niet). Of Proulx bestaat? Ook dat blijft in nevelen gehuld... Toch wat riskant om verzinsels voor echt te laten doorgaan in het toch al zo getergde vakgebied, dat nog steeds herstellende is van Coping with chaos.

Voor wie meer wil weten: kijk hier voor de abstracts van dit symposium. Ook Rolf Zwaan was aanwezig bij dit symposium. In zijn blog ging hij vooral in op de lezing van Klaus Fiedler.

woensdag 5 juni 2013

VARA en BNR

Vorige week woensdag was ik te gast bij het radioprogramma De Gids van de VARA. Vooraf zei Felix Meurders: je zit er voor 10 minuten in, maar het zal voelen als 5 minuten. Dat klopte wel. Toen ik het terug luisterde waren het echter weer gewoon 10 minuten...

De gids.fm
Het blokje opende met een stukje uit Stapels apologie. Daarna ging het over mijn eigen nabijheid tot de sociale psychologie, de e-mail die Stapel mij stuurde en zijn interview in NY Times Magazine, Roos Vonk en haar boosheid over kritische interviewers (ook in De Gids), 'grijze praktijken' in het wetenschappelijk onderzoek, de spanning tussen inhoudelijke ambitie en carrièredrang, en de uiteenlopende reacties in de wereld van de sociale psychologie. Affijn, luister zelf maar.

Luister
Vergeleken met de rust van de VARA-studio was het bij BNR, twee dagen later, een gezellige drukte. In het Grand Café zaten de gasten lekker te kleppen, stond BNR huisjock Thomas Robson op scherp en schoven gasten soepeltjes aan bij een hoge tafel met microfoons, barkrukken en nootjes. Zoals het tegenwoordig betaamt was er ook een 'side-kick', ditmaal PvdA-voorzitter Hans Spekman. Met hem had ik buiten (het was schitterend weer) al even zitten praten over scoren in de politiek en in de wetenschap. We zagen duidelijke parallellen. Binnen aan tafel ging het gesprek verder. Gastheer Wilfred Genee (ja die) vroeg zich af hoe Stapel zo lang met die fraude weg kon komen. Goede vraag. En het ging over de relevantie en de wetenschappelijkheid van de sociale psychologie. Ook in 10 minuten.




zaterdag 1 juni 2013

Boekhandel Roelants

Nijmegen kent één echte academische boekhandel: Roelants. Met enige regelmaat vinden daar boekpresentaties plaats, in een prettig informele sfeer. Gisteren was mijn boek aan de beurt. In een overvolle kelder sprak Paul van Tongeren, hoogleraar wijsgerige ethiek over schizogene en zelfs criminogene universitaire instituties, waar de drang tot scoren (kwantiteit) het heeft gewonnen van wetenschappelijke nieuwsgierigheid (kwaliteit) en over cynisme en fraude. Ik sprak hem uiteraard niet tegen, maar heb vooral de zaal uitgenodigd met commentaar en vragen te komen. Dat lukte wonderwel. Soms leek het alsof in de kelder van 'voorheen De Oude Mol' de revolutie opnieuw was uitgebroken...


Wouter Roelants, Ruud Abma, Paul van Tongeren, Marc Beerens (Uitgeverij Vantilt)

Paul van Tongeren